Hoe het allemaal begon

Dus jij bent benieuwd naar de grillige geschiedenis van BUNNI? De mythische betekenis van onze bedrijfsnaam? Het verborgen verhaal achter het boekhoudpakket? Dan heb je de juiste plek gevonden.

Om antwoord te geven op die vragen, moeten we terug naar het prille begin. Hoewel we het dan nog niet weten, begint ons avontuur op 4 december 2018 in eetcafé De Vingerhoed. Een bruine kroeg in hartje Utrecht, want Dirk woont in onze hoofdstad en ik moet uit Arnhem komen.

“Alles is zo ingewikkeld”, vertelt Dirk met een glas pils in z’n hand. “Dat moet makkelijker kunnen.” Hij klapt zijn laptop open, gooit bijna het bier omver en logt in bij een bestaand boekhoudprogramma. Blauw en grijs, veel cijfers, opgesloten in krappe tabellen. “Hier word je toch moedeloos van?”

De gemiddelde software-ontwikkelaar vertikt het om daar aan toe te geven. Die bouwt iets beters. Het prototype dat Dirk laat zien, oogt frisser en voelt intuïtiever. Toch ben ik niet direct enthousiast.

Verhitte discussie

Naast ons hangt een groepje vrienden boven een bordspel. Het moet voor hen een vreemd tafereel geweest zijn: twee gasten die in de kroeg een verhitte discussie voeren over boekhouden. “Dit gaat veel ondernemers helpen”, geef ik uiteindelijk toe. Maar het zit me niet lekker dat er al zoveel concurrentie is. “Hoe zorgen we dat ze voor óns kiezen? Die bedrijven beloven het allemaal makkelijk te maken.”

De laptop van Dirk maakt plaats voor een schaal bittergarnituur. Aan het tafeltje naast ons klinkt gejuich. Een van de de vrienden gooit zijn armen in de lucht. Ineens weet ik het. “We moeten boekhouden niet makkelijker maken. We moeten het verslavend leuk maken.”

Pakkende naam

Daar hoort een pakkende naam bij. Iets wat opvalt, afwijkt en blijft hangen. Ik verbrand mijn gehemelte aan een bitterbal en grijp naar m’n iPhone. Met een vettige duim scroll ik langs domeinnamen die te koop staan. En niet al te duur zijn. De ene naam is nog saaier dan de andere. “Bunny”, mompel ik en ik stop met scrollen. “Maar dan met een i. En dat is een wortel.” Dirk en ik kijken elkaar aan. Dit voelt goed, die moeten we onthouden.

Als mijn kater de volgende dag verdwenen is, bel ik Dirk op. De enige naam die we allebei hebben onthouden? BUNNI. “Ik ga ‘m vastleggen!”

Proefkonijnen

De maanden daarna werken we het prototype uit. We vertellen enthousiast over ons project aan elke ondernemer die we spreken. En vragen of ze onze software willen testen. Om te voorkomen dat we sociaal wenselijke antwoorden krijgen, moeten deze ondernemers gewoon voor de software betalen. Maar omdat BUNNI op dat moment weinig voorstelt, geven we ze een fikse korting. In ruil voor hun feedback en ter compensatie van alle bugs.

Aangezien we weinig documentatie hebben en BUNNI snel verandert, geef ik elke nieuwe gebruiker een persoonlijke rondleiding. Behoorlijk tijdrovend, maar die gesprekken blijken een schat aan informatie te geven. Elke vraag en verzoek schrijf ik op. Om aan het einde van de dag met Dirk te bellen. “We moeten echt een app maken, want Eunice heeft een scanner gekocht om haar papieren bonnetjes in BUNNI te krijgen.”